Sanni Masks

De sannimaskers worden voornamelijk gebruikt bij genezingsceremonies en gedragen door een edura (een soort Sri Lankaanse kunstenaar/exorcist). Blijkbaar zijn er achttien verschillende Sanni-maskers, die elk gespecialiseerd zijn in het genezen van specifieke ziekten.

Sanni yakuma, ook wel bekend als Daha ata sanniya (), is een traditioneel Singalees exorcisme-ritueel. Het ritueel bestaat uit 18 gemaskerde dansen, die elk een bepaalde ziekte of aandoening uitbeelden die mensen treft. Deze 18 dansen () zijn de belangrijkste dansen van de Pahatharata, of low country, dansvorm, een van de drie belangrijkste dansvormen van Sri Lanka. Het ritueel roept de demonen op waarvan wordt gedacht dat ze de patiënt treffen, die vervolgens worden verteld mensen niet lastig te vallen en verbannen te worden.

Men geloofde dat ziekten door demonen bij mensen werden veroorzaakt en dat deze overtuigingen en rituelen prehistorische wortels zouden kunnen hebben. Volgens de folklore zijn de 18 demonen die in de Sanni Yakuma zijn afgebeeld, ontstaan in de tijd van de Boeddha. Het verhaal gaat dat de koning van Licchavis van Vaishali zijn koningin ervan verdacht overspel te hebben gepleegd en haar heeft laten vermoorden. Ze beviel echter toen ze werd geëxecuteerd en haar kind werd de Kola Sanniya, die opgroeide „te voeden met het lijk van zijn moeder”. De Kola Sanni-demon verwoestte de stad en zocht wraak op zijn vader, de koning. Hij creëerde achttien brokken gif en betoverde ze, waardoor hij ze veranderde in demonen die hem hielpen bij de verwoesting van de stad. Ze doodden de koning en bleven grote schade aanrichten in de stad, waarbij ze dagelijks „duizenden doden en opeten”, totdat ze uiteindelijk door de Boeddha werden getemd en ermee instemden te stoppen mensen kwaad te doen.

Van elk van deze demonen wordt aangenomen dat ze mensen in de vorm van een ziekte treffen, en het Sanni Yakuma-ritueel roept deze demonen op en verdrijft ze terug naar de demonenwereld nadat ze onder controle zijn gebracht. Hoewel het onduidelijk is wanneer het ritueel begon, wordt het al sinds de oudheid in het zuiden en westen van het land uitgevoerd.

De naam van het ritueel komt van het Singalese woord sanniya, wat ziekte of kwaal betekent, en yakuma betekent demonenritueel. In de Sri Lankaanse cultuur worden exorcisme-rituelen bekend als tovil. De Sanni Yakuma is mogelijk het bekendste exorcisme-ritueel in het land. Het is een mix van traditionele opvattingen over geesten en boeddhisme. Voordat het genezingsritueel wordt uitgevoerd, bepaalt de hoofdartiest, bekend als de yakadura, of de patiënt wordt getroffen door een demon en plant hij het ritueel in op een gunstige dag en tijd, meestal van zonsondergang tot zonsopgang. De Edura of Yakadura is de sjamaangenezer en is meestal een visser, drummer of boer. Het bestaat uit twee hoofdfasen, namelijk de Ata Paliya en de Daha Ata Sanniya. De dansers zijn gekleed in kleurrijke kledij en maskers en voeren snelle en complexe danspassen en spins uit, begeleid door ritmische drumbeats. Op het podium vinden nogal komische en ietwat obscene dialogen plaats tussen de drummer en de demon, waarin de demon vernederd wordt.

Hulpbronnen
  1. Sanni-maskers uit Sri Lanka: een oude classificatie van ziekten door Mark S Bailey, H Janaka de Silva
  2. Traditionele maskers uit Sri Lanka - Geschiedenis, functies en hedendaags gebruik door Danushi De Silva